Feest aan Zee leunt vooral op bekende evenementen
De contouren van het themajaar Feest aan Zee worden steeds duidelijker.
Door Kim Andriessen en Herman Rosenberg
Het programma van de vieringen rondom het 200-jarig bestaan van Scheveningen in 2018 krijgt meer vorm. In het Kurhaus presenteerde Henk Scholten, directeur van het Zuiderstrandtheater en de leidende man van het evenement, afgelopen donderdag (7 december) het programma van ‘Feest aan Zee’. Zowel in Scheveningen als Den Haag zijn twaalf maanden lang evenementen waarin de badplaats een prominente rol speelt. Het themajaar, waarvoor de gemeente 4,5 miljoen euro uittrekt, begint op 1 januari met de nieuwjaarsduik en eindigt 31 december 2018 met vreugdevuren op het strand.
Hoewel het volledige programma nog niet bekend is – Scholten: “ongeveer zeventig procent hebben wij nu ingevuld” – valt op dat het programma van Feest aan Zee voor een aanzienlijk deel drijft op gebeurtenissen die jaarlijks op de Haagse evenementenkalender prijken. Deze festiviteiten worden nu als het ware geupgradet, van noviteiten voorzien. Zo krijgt de CPC-loop (de halve marathon die jaarlijks in maart op het programma staat) er een soort zusje bij, in de vorm van een avondwandeling tussen stad en strand: de City Pier Night Walk. Ook rondom het jaarlijkse vuurwerkfestival in augustus wil de organisatie ‘iets extra’s doen’. Een andere publiekstrekker is de finish van de Volvo Ocean Race, de grootste zeilwedstrijd ter wereld.
Nieuwe evenementen zijn onder andere de komst van een jazzfestival in Scheveningen-Bad, variété in de Lourdeskerk en speciale tentoonstellingen in musea die op de route van de Pier naar het Plein liggen. Met deze festiviteiten moet nog duidelijker worden dat Scheveningen en Den Haag een onlosmakelijke eenheid vormen. Scholten: “Wij willen bij nog meer mensen tussen de oren krijgen dat Den Haag een stad aan zee is.”
Mondriaan
Feest aan Zee is het tweede themajaar op rij. Dit jaar staat Den Haag nog in het teken van Piet Mondriaan. De reden dat Scheveningen de eer nu ten deel valt is dat het precies 200 jaar geleden is dat Jacobus Pronk het eerste badhuis in Scheveningen bouwde. Door de komst van dit kleine houten huisje (met vier badkuipen gevuld met zeewater), ontstond de eerste badplaats van Nederland. In de twee eeuwen die volgde groeide het vissersdorp uit tot een toeristische bestemming voor een breed publiek. Wethouder Karsten Klein (CDA, economie) is blij dat Scheveningen 365 dagen in het middelpunt van de belangstelling komt te staan. Tijdens de presentatie in het Kurhaus zei hij: “Wij gaan het stadsdeel weer helemaal up-to-date maken. Zo komen er behalve de vele festiviteiten en evenementen komen ook meer ov-lijnen tussen stad en strand.”
| Foto: Den Haag Marketing/Pierre Crom
Klik hier om een abonnement op DHC te nemen.
