Haagse portiers: ‘Als er één knock-out gaat, feest de rest vrolijk door’
Vroeger waren het bouncers, uitsmijters en zware jongens. Tegenwoordig zijn het gastheren en beveiligers. In dit drieluik vertellen portiers over hun veranderde rol in de Haagse nacht. In deel 1: John Verweij, ‘conciërge, oom en vertrouwenspersoon’ van Club Laak.
Het is zondagochtend, negen uur. In een straatje achter de Verheeskade, in industrieel gebied, klinken de doffe dreunen van een housebeat. Hoewel het feest in Club Laak nog tot het middaguur doorgaat, is de grote zaal al gesloten en draait de dj in de kleinste zaal nog voor wat mensen die behoorlijk losgaan. Het zweet druppelt bij wijze van spreken van het plafond terwijl mensen dicht op elkaar uitbundig op ‘psytrance’ dansen. De graffiti in de ruimte wordt telkens kort verlicht door een stroboscoop. Buiten zitten andere overgebleven feestgangers in de rookhoek die naast de ingang is afgezet met een hek.
John Verweij (57) voelt zich hier als portier – maar ook ‘conciërge’, ‘vader’, ‘oom’ en ‘vertrouwenspersoon’ – thuis. De club heeft wat hem betreft dezelfde onbevangen sfeer als het Paard van Troje, toen hij zijn loopbaan in het nachtleven daar op zijn zeventiende begon. Toch is er in die veertig jaar een hoop veranderd in het leven van de nachtportier. Er was destijds geen regulering, er bestond geen erkend diploma. Het waren de uitsmijters, de jongens van de straat, die aan de deur stonden. Verweij: “Als je een naam had, kon je er staan. Nu is het woord uitsmijter oneerbiedig.”
‘Rustige shit’
Martijn van der Kaaij (31) uit Amsterdam komt de spullen van zijn vriend ophalen. “Hij heeft een klapper gemaakt en heeft nu een zware hersenschudding.” Hij bedankt Verweij voor diens optreden: “Fijn dat je zo goed voor hem gezorgd hebt. Het duurde heel lang voordat hij een beetje bij de les was. Je straalt echt rustige shit uit.” Verweij: “Weet je wat belangrijk is? Je komt hier ongeschonden, dus je gaat ongeschonden weg.”
Dat aspect van mijn werk is heel mooi, want veel mensen hebben liefde gemist
Regelmatig belt de portier de taxi om er persoonlijk voor te zorgen dat mensen die te veel gedronken hebben niet in hun eentje naar huis hoeven. “Ik ben eigenlijk een sociaal werker. Dat aspect van mijn werk is heel mooi, want veel mensen hebben liefde gemist. Mensen die ik op die manier heb geholpen, soms juist door ze naar huis te sturen, vergeten dat nooit. Ze komen me later opzoeken om te vertellen hoe dankbaar ze zijn – laatst nog een vrouw die nu zelf kinderen heeft en vroeger altijd de weg kwijt was. Nu begreep ze wat ik voor haar gedaan had door haar niet binnen te laten. Dat zijn de mooiste complimenten.”
Respect
Toch is Verweij selectief met hoe dichtbij hij bezoekers laat komen. “Ik geef niet iedereen een hand. Dat is voor mij heel heilig en bijzonder, de hoogste vorm van respect. Mensen willen knuffelen, zoenen. Je wordt opgevreten als je te persoonlijk wordt en geen grens trekt. Ik geef mensen daarom standaard een boks. Je kunt jezelf ook niet openstellen als je aan het werk bent, want je bent natuurlijk heel kwetsbaar. Alle ogen zijn in zekere zin op mij gericht. Ik moet de balans van de hele avond in de gaten houden. Ik ben de bewaker van het algehele plaatje. Soms weet je: het wordt weer zo’n avond. Met volle maan is het sowieso bal. Als mensen beladen zijn met problemen, zie ik dat gelijk. Ze hebben een bepaalde vibe.”
Mensen komen om te feesten en vrij te zijn, maar over het algemeen zie ik dat mensen meer onder invloed zijn
Een groot verschil met ‘vroeger’, constateert Verweij, is dat mensen niet meer voor elkaar opkomen. “Vooral de doelgroep tussen de 18 en 26 heeft lak aan alles. In de rij zijn ze nog vrienden, maar als er één knock-out gaat, feest de rest gewoon vrolijk door.” Een ander opmerkelijk verschil ziet hij in het drugsgebruik. “Dat is echt verergerd. Vroeger was het een selecte groep die gebruikte. In het oude Paard, waar ik tot 2008 werkte, wilde Herman Brood niet optreden voordat hij zijn dope had. Dan werd de huisdealer gebeld. Nu doet iedereen het. Ook zijn er allerlei designerdrugs in omloop, zoals 3- en 4-MMC, waarvan de uitwerking steeds weer anders is. Hier in Club Laak komen mensen, net als in Berlijn, echt om te feesten en vrij te zijn, maar over het algemeen zie ik dat mensen meer onder invloed zijn. Ook het gevaar dat je drankje gespiked wordt (stiekem aangevuld met drugs, red.), neemt toe. Ik hou van mensen, maar ik heb soms het gevoel dat mensen niet meer van zichzelf houden.”
Woke
Wat Verweij wel een mooie ontwikkeling vindt, is dat mensen opener zijn over hun seksualiteit, al heeft dat volgens hem ook een keerzijde. “Door dat hele woke gebeuren willen jongeren zich meer laten zien. Er wordt meer nadruk op gelegd, waardoor het meer in een hokje wordt geplaatst. Er worden zelfs speciale queerfeesten gegeven. Ik heb het gevoel dat de samenleving daardoor juist minder tolerant is geworden.”
Hij heeft wel eens een trap uitgedeeld ja, maar meestal maakt hij zijn handen niet vuil. “Ik geef een brul en speel met mijn diepe stem. Dat is over het algemeen genoeg. Ik weet dat er gevaar zit in dit werk, soms voel ik iets en dan ben ik bewuster dat ik moet oppassen. Maar bang ben ik nooit. Ik ben wel eens met de dood bedreigd, maar blaffende honden bijten niet, dat weet ik ook.”
De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.