In je eentje de straat op voor een betere wereld: ‘Je moet klein beginnen’
Ze zijn met pensioen, dus hebben ze de tijd aan zichzelf. En ze hebben grote idealen: een beter klimaatbeleid, wereldvrede, een kinderpardon. Daarvoor protesteren ze, in hun eentje.
‘De eenzaamheid bracht me iets waardevols’
Elke dinsdag en donderdag staat hij er weer. Eduard Disch (80), oud-directeur van een daklozenopvang in Maastricht, deelt flyers uit voor de Tweede Kamer en het ministerie van Asiel en Migratie. Zijn missie? Een kinderpardon voor kinderen van asielzoekers. “Kinderen horen niet vast te zitten in onzekerheid,” zegt Disch.

Foto’s: DHC/Storm Groenendijk
Hij oogt opgewekt terwijl hij flyers uitdeelt aan voorbijgangers. Zijn bekende hoed en rode sjaal uit Maastricht ontbreken nooit. Afgelopen zomer haalde hij het nieuws met een hongerstaking. Dertig dagen hield hij die vol, tot zijn arts hem dringend adviseerde te stoppen. Sindsdien voert hij actie in een andere vorm. “Wat mij een boost gaf, is dat er tijdens de hongerstaking mannen naar me toe kwamen die zeiden: ‘Ik heb op Wilders gestemd, maar deze kinderen in onzekerheid laten, gaat mij echt te ver.”
Hoop
Waarom deze actie? “De Nederlandse asielwetgeving heeft nare gevolgen voor kinderen. Honderden kinderen wachten vijf jaar of langer op een verblijfsvergunning. Zij moeten een kinderpardon krijgen. Ook eisen we dat het kinderpardon structureel in de asielwetgeving wordt opgenomen. Dat kinderen zo lang moeten wachten op uitsluitsel, druist in tegen het Kinderrechtenverdrag.” De petities – er zijn er meerdere – tellen inmiddels ruim 96.000 handtekeningen. “Zodra de 100.000 is bereikt, willen we het resultaat overhandigen aan asielminister Faber en de Tweede Kamer,” aldus Disch.
Wat anderen van mijn actie vinden, doet er niet toe
Een paar keer per maand krijgt hij steun van een ‘medewaker’, maar vaak staat Disch alleen. Voelt het wel eens eenzaam? “Ja,” geeft hij toe. “Tijdens de hongerstaking voelde ik dat ook. Maar de eenzaamheid bracht me iets waardevols: een diepere betekenis van het begrip hoop. Toen vroeg ik me af: wat hebben die kinderen eraan dat ik hier zit te verkleumen? Toch kwam ik steeds bij hetzelfde terug: hoop. Ik hoop dat deze kinderen een verblijfsvergunning krijgen. Mensen vragen soms wat mijn actie voor zin heeft, maar ik weet waarvoor ik dit doe. Het gaat om het onrecht dat deze kinderen wordt aangedaan. Wat anderen van mijn actie vinden, doet er niet toe.”
Disch toont zijn handgeschreven notities uit de trein. Onderaan schrijft hij: ‘Als er geen hoop is, is er niets om voor te strijden, denk ik.’
‘Het liefst wil ik wereldvrede, maar je moet klein beginnen’
“Ik ben kwaad op Rusland, met name op Poetin,” zegt Monique Derksen (70) uit Rijswijk. Ze zit wekelijks twee uur voor de Russische ambassade uit protest tegen de oorlog in Oekraïne. “Ik vind het te erg voor woorden wat daar gebeurt. Het voelt machteloos dat je er zo weinig tegen kunt doen. Dit is tenminste iets.”
Derksen maakt sinds een jaar deel uit van de zogenoemde Vlaggenwacht. Sinds de Russische inval in Oekraïne ruim drie jaar geleden hangen vrijwilligers elke dag de blauw-gele vlag van dat land op tegenover de ambassade aan de Andries Bickerweg. “Er moet altijd iemand bij zijn, anders worden de vlaggen weggehaald,” vertelt Derksen, die met ruim honderd andere betrokkenen bij toerbeurt de wacht houdt. “Ik ken de anderen niet, ik weet alleen hun voornamen uit het rooster in de groepsapp.”
Schouderklopje
“Nu schijnt de zon, maar ik heb hier ook gestaan toen het koud was en in de plenzende regen.” De meeste wachters laten zich na een uur aflossen, net als de agenten van de permanente politiepost een paar meter verderop. “Zij groeten wel eens, het ambassadepersoneel niet.” Aan het hek tussen de ambassade en de weg is een doek gespannen om het protest aan het oog te onttrekken. Derksen voelt zich wel gezien door voorbijgangers, vooral mensen die hun hond uitlaten. “Zij maken soms een praatje. Dan leg ik uit wat we hier doen, sommigen bedanken me ervoor.”
Dat ik hier zit, sorteert misschien niets, maar het is het enige wat ik kan doen
Derksen werkte meer dan dertig jaar als jurist voor Rijkswaterstaat; nu doet ze vrijwilligerswerk bij onder meer een dierenasiel. “Sinds ik met pensioen ben, heb ik tijd voor dit soort dingen,” zegt ze. “Ik heb ook moeite met Netanyahu en Trump. Het liefst wil ik wereldvrede, maar dat is te groot. Je moet klein beginnen, anders raak je gefrustreerd.” Ze is boeddhist. “Ik beoefen liefdevolle vriendelijkheid, ook voor mezelf. Dus geef ik mezelf af en toe een schouderklopje. Dat ik hier zit, sorteert misschien niets, maar het is het enige wat ik kan doen.”
‘Of het zinvol is, ligt eraan wat je verwachtingen zijn’
Hans van Dijk (71) zat de afgelopen drie weken op een muurtje voor de deur van de Tweede Kamer om aandacht te vragen voor de klimaatcrisis. Alleen mag dat, niet in groten getale met zijn medestanders van Grootouders voor het Klimaat. Zij demonstreren twee keer per maand een stukje verderop. Van Dijk wilde meer doen en werd ‘solodemonstrant’.
Veertig jaar lang werkte hij in het hoger onderwijs, als manager en bestuurslid. Sinds vijf jaar is hij met pensioen. “Ik hoor nu bij de bejaarden, dan kun je achter de geraniums gaan zitten of iets blijven bijdragen. Dat laatste wil ik. Nog meer sinds Trump aan de macht is in Amerika – naast China de meest vervuilende economie. Zijn acties maken me zo boos en verdrietig, dat ik er uiting aan wil geven. Dus ben ik hier gewoon maar gaan zitten.” Op een kussentje, met een extra exemplaar voor wie met hem in gesprek wil. “Kamerleden blijken meesters in ontwijken, maar met jongeren op schoolbezoek is er soms contact. Dat geeft me een goed gevoel.”
Paradijsvogels
Helemaal alleen is Van Dijk niet. Een handvol andere eenlingen laat ook van zich horen bij het gebouw tussen de Haagse rechtbank en het Centraal Station. “Niet bij iedereen is even duidelijk voor welk ideaal ze staan,” ontdekte Van Dijk, die tot voor kort drie dagen per week met de trein naar Den Haag reisde vanuit zijn woonplaats Amersfoort. “Ik bevind me hier tussen een aantal paradijsvogels. Daar hoor ik nu ook bij.”
De rekening wordt nu neergelegd bij toekomstige generaties
“Ik weet zeker dat er mensen zijn die denken: waar maakt die oude gek zich druk over? Maar we weten dondersgoed dat het zo niet langer kan en dat we ons anders moeten gaan gedragen. De rekening wordt nu neergelegd bij toekomstige generaties. Mijn oudste zoon heeft me vijftien jaar geleden al voorgehouden: ‘Doe er dan wat aan!’
“Een experiment en een oefening in matiging,” noemt hij zijn protestactie, waarbij hij niet eet. “Of het zinvol is dat ik hier zit, ligt eraan wat je verwachtingen zijn. Ik los het klimaatprobleem er niet mee op, maar kijk er niet van weg.”