Column: Is Amare een huiskamer of een elitaire tempel?

Het is helemaal niet erg dat Amare een plek is voor ‘hoge cultuur’, schrijft columnist Christiaan Weijts. Het stomste wat je kunt doen, is van het diverse culturele aanbod een homogene cocktail maken.

Door

In tram 3 trekt iemand een pak tartaartjes tevoorschijn van Albert Heijn. Ze zijn per twee verpakt. Hij steekt een sleutel als een zakmes in het cellofaan.

“Moeten die niet eerst even bakken?” De man die dit informeert, zit schuin tegenover hem. Hij draagt een hoed, een nette lange jas, en alleen al daarom vermoed ik dat hij ook net bij hetzelfde concert in Amare is geweest als ik.

“Bakken?” De ander grijnst, alsof hij nog nooit zo’n idioot voorstel heeft gehoord. “Daar doe ik niet aan.” Hij veegt zijn lange haar achter zijn oren en begint aan het rauwe vlees te knabbelen, even nonchalant als wanneer het een roze koek zou betreffen.

“Als ik thuis was, zou ik er meer werk van maken,” erkent hij. Hij schetst het beeld: “Eitje erop, uitje erbij.”

“Maar dan kun je het beter bij de slager halen,” zegt de meneer met de hoed.

“Als je géld hebt, ja, dan.”

“Nee hoor,” werpt de man tegen. “Dat is echt niet zoveel duurder.” Hij noemt de naam van zijn slagerij, maar echt overtuigen doet dat niet. De langharige, die er inmiddels een half litertje bier bij heeft opengetrokken, blijft volhouden: “Als je géld hebt, dan kan dat.”

 

Niet iedereen hoeft naar opera

 

Het kleine tafereel roept allerlei vragen op. Waarom is het doornormaal om hier een koek te eten, maar een rauwe tartaar niet, terwijl dat juist wel weer als delicatesse geldt als je het niet in de tram maar in een Franse bistro doet, waar het een teken is van een verfijnde smaak.

De stad is een complex weefsel van sociale structuren, door onzichtbare muren gescheiden, met andere wetten in elke cel. Dat was een gedachte die in Amare al bij me was opgekomen. Volgens een enquête is 32 procent van de stadsbewoners hier nog nooit geweest. Slechts 27 procent vindt het ‘een huis voor heel de stad’. De vraag is of het hiermee geen elitaire tempel is. Moet er niet meer populaire muziek en cabaret komen?

Een rare misvatting. Volgens mij is het helemaal niet erg dat Amare een plek is voor wat je ‘hoge cultuur’ zou kunnen noemen. Niet iedereen hoeft naar opera, niet iedereen naar cabaret, en niet iedereen naar rap en hiphop. Het stomste wat je kunt doen, is daar wel een homogene cocktail van maken.

 

Cultuuruitingen moeten niet op de knieën om te bedelen om nieuw publiek

 

Het mooie aan Den Haag is nu juist dat al die cultuuruitingen hun eigen plekken hebben. Althans, zolang het stadsbestuur ze koestert, wat niet het geval bleek bij het Literatuurmuseum. En het Kinderboekenmuseum. North Sea Jazz. Parkpop. Het Couperusmuseum. Het Appeltheater.

Wel komt een verhuizing van het Eschermuseum steeds dichterbij. Een publiekstrekker, is de verwachting. Maar willen we een stad zijn zonder een centrum voor actuele kunst, zoals dat nu in de voormalige Amerikaanse ambassade zit? Dat trekt misschien minder publiek, maar het zorgt wel dat de totale diversiteit aan disciplines en tijden vertegenwoordigd is in het centrum.

Cultuuruitingen moeten niet op de knieën om te bedelen om nieuw publiek, maar uitgaan van de eigen kwaliteit en maatstaf, geconcentreerd op één plek, en daarmee het publiek méékrijgen.

Dat intrigeerde me aan die man in de tram. Hij deed niet neerbuigend, haalde zijn neus niet op voor de wat onfrisse randfiguur tegenover hem, hij behield zijn eigen beschaafde houding. Via de eetgewoonte meanderde hun gesprekje naar de voorouders van de man, die in Indonesië hadden gewoond. Daar bleek de tartaareter bij aan te kunnen haken.

Ik dacht: Amare hoeft niet de huiskamer te zijn, zolang het maar de stijlkamer is. Want die huiskamer, die hebben we al. Dat is de tram.

Standaardportret
Bekijk meer van