Column: Stadsgenoot Mark Rutte is een rare paradox

Rutte roept bij de Hagenaar zowel nonchalance als trots op, schrijft columnist Christiaan Weijts. Waarschijnlijk komt dat doordat Rutte heel gewoon is en toch uitzonderlijk.

Door

De eerste keer dat ik Mark Rutte in het wild voorbij zag lopen, moet begin oktober 2010 zijn geweest. Een dag eerder was definitief duidelijk geworden dat hij premier werd. En daar liep hij, in het toen al onooglijke straatje tussen Kurhaus en Palace Promenade. Wit hemd, opgestroopte mouwen, zonnebril. Daar liep de man die na een krankzinnige formatiezomer (PVV-gedoogsteun, het beruchte CDA-congres) onze nieuwe premier zou worden.

Ik vond het een schitterend beeld. Moederziel alleen had hij zijn gedachten geordend langs de kust. Niemand keek op of om. Ik had als enige instinctief mijn hand opgestoken, en kreeg een knikje en een ‘hoi hoi’, nog in een heel vroege uitvoering.

Martin Bril constateerde ooit dat er in deze stad een ‘nonchalance’ heerst voor het politieke bedrijf. In winkelstraten zijn het alleen de niet-Haagse dagjesmensen die elkaar aanstoten als er een politicus passeert. ‘Den Haag is aan de politiek gewend, Den Haag weet dat het allemaal niet zoveel voorstelt, Den Haag is wijs. Of moe. Of allebei.’

Ik weet niet of dat helemaal klopt. Die nonchalance heeft ook iets gespeelds, merk ik zelf althans, als ik met iemand van buiten door de stad wandel, en Mark Rutte passeert. “Ach ja, die loopt hier heel vaak.”

 

Kennelijk roept Rutte dat op, dat je nonchalant bent en tegelijkertijd trots

 

Ik had mijn Amsterdamse uitgever eens meegenomen naar de Poentjak, en hoewel hij toch met heel wat BN’ers te maken heeft, viel hij zowat van zijn stoel toen hij merkte dat de minister-president om het hoekje zat.

“Rutte? O ja, zit altijd aan dat tafeltje.” En ik herhaalde wat de eigenaar me eens had toevertrouwd, met precies diezelfde nonchalance: “De eerste twee weken zaten er nog beveiligers, aan dat tafeltje daar. Maar daar wilde hij niets van weten.”

Zelf zaten we bij het raam, en mijn uitgever begon haast te blozen toen Rutte naast hem de deur uit liep, de telefoon aan zijn oor: “Hoi, hoi! Met Mark…” Later die avond berichtte de uitgever me in alle staten dat dit het moment was geweest dat hij live op tv turnster Sanne Wevers had gefeliciteerd met een gouden medaille. Dat gebeurde dus terwíjl hij die gammele houten deur vasthield, naast ons!

We hadden een collega-schrijver geciteerd die beweerde dat een president ‘een lul in een regenjas’ behoorde te zijn. Immers: ‘Ken jij de president van Zwitserland?’ Misschien is het daarom dat de eigenaren van Ruttes vaste restaurants praten met dezelfde nonchalance over hem. O ja, altijd op die en die dag bestelt altijd hetzelfde. En dan volgt zijn vaste bestelling. “Inderdaad ja, hij was hier laatst met Macron,” klinkt het, alsof het wekelijks gebeurt. Toch prijkt er een fotootje bij de kassa.

 

Ach ja, Mark. Fietst hier altijd op zaterdagmiddag

 

Kennelijk roept Rutte dat op, dat je nonchalant bent en tegelijkertijd trots. Waarschijnlijk komt het doordat Mark Rutte als stadsgenoot nu eenmaal een rare paradox is. Heel gewoon en toch uitzonderlijk. Aanraakbaar en toch onpeilbaar. Een lul in een regenjas en een coole filmster.

De zaterdagmiddag na het ‘functie elders’-debat verscheen hij op de fiets bij Dick’s Snackcar, waar stomtoevallig cameraploegen van RTL en NOS waren. Misschien is dat de enige manier om authentiek te kunnen blijven in het constante spotlicht: het authentieke zorgvuldig construeren. De spontaniteit tot in de puntjes berekenen. Appeltje, rugzakje, muts op. “Hoi, hoi!”

Omstanders reageerden schouderophalend, maar met een twinkeling in de ogen. “Ach ja, Mark. Fietst hier altijd op zaterdagmiddag.”

Zo’n nonchalante opwinding zie ik Dick Schoof nog niet teweegbrengen. Hij is dan ook geen Hagenaar. Maar ook in zijn eigen woonplaats schijnt niemand hem te kennen. Zoetermeer. Dat klopt wel bij zijn verschijning, een archetypische anonieme figuur die eruitziet als, nou ja… de president van Zwitserland.

De redactie biedt u dit verhaal gratis aan. Meer Haagse verhalen? Neem een (proef)abonnement op weekkrant Den Haag Centraal. Elke donderdag in de bus. De krant is ook verkrijgbaar bij onze verkooppunten.

Standaardportret
Bekijk meer van