Commentaar: Bestuur nog instabieler dan het al was
Het college van B en W verloor onlangs zijn meerderheid in de gemeenteraad. Dat wordt lastig besturen voor de krappe anderhalf jaar die dit college nog rest.
ALS JE ALS GEMEENTEBESTUUR figureert in het tv-programma ‘De Hofbar’ van Hagenaar Rutger Castricum, weet je dat het mis is. Castricum rukt namelijk vooral uit als er wat te lachen valt. Dat deed hij dan ook dinsdagavond weer veelvuldig, vooral om zijn eigen grappen. ‘Richard de rover’, ‘zinkend schip’ et cetera. Maar voor Hagenaars is het natuurlijk helemaal niet komisch.
HET COLLEGE VAN B EN W verloor vorige week zijn meerderheid in de raad, doordat twee raadsleden overstapten naar Hart voor Den Haag, de partij van Richard de Mos. Dat verliep weinig elegant. Mairan Sewtahal (voorheen PvdA) en Ismet Bingöl (voorheen CDA) stelden hun fractievoorzitters pas op de hoogte toen ze al met De Mos op weg waren naar de persconferentie. Die fractievoorzitters reageerden verrast.
MAAR WAS DAT helemaal terecht? Afgezien van het feit dat de twee vaker in het gezelschap van De Mos waren gesignaleerd, is er al langer sprake van onvrede bij de achterbannen van beide mannen. Die broeit vooral in de Schilderswijk en Transvaal. De gemeente voert daar een verkeersbeleid dat kleine ondernemers en andere autobezitters hindert: pollers op doorgaande routes, een afsluiting in de buurt van de markt en recent een erg groen plan voor de herinrichting van het Hobbemaplein, dat de totale verkeerscirculatie in de omgeving overhoop gooit.
Het besef dat er grenzen aan groen zitten, komt wel laat
MISSCHIEN MOET vooral het groene smaldeel in het college bij zichzelf te rade gaan. Je kunt nu eenmaal in een groeiende stad niet net doen of het autoverkeer er niet is. Blijkbaar dringen verontruste stemmen te weinig door tot het stadhuis. Dat gold in elk geval bij de casus-Hobbemaplein. Te elfder ure lijkt het college in een ander dossier iets meer realiteitszin aan de dag te leggen. De haven is uit de geplande milieuzone langs de kust gehaald in verband met de grote gekoelde vistransporten.
MAAR HET BESEF dat er grenzen aan groen zitten, komt wel laat. Intussen heeft Hart voor Den Haag elf zetels en stevent de partij af op een klinkende verkiezingsoverwinning in 2026. Hier speelt ook een oude rekening mee. De traditionele partijen hebben ook na de bijna volledige vrijspraak van De Mos geweigerd diens partij enige vorm van genoegdoening te bieden. Dat komt nu als een boemerang terug. Niet denkbeeldig is dat Hart voor Den Haag straks aan de VVD genoeg heeft om een college te vormen. Links, groen en midden staan dan aan de zijlijn. Dat is voor een grote en diverse stad geen goede ontwikkeling. Maar voorlopig moet het college door zonder meerderheid en wordt het stadsbestuur nog instabieler dan het al was.