Voor omwonende Lyke Burger dreunt de explosie aan de Tarwekamp nog na
De ramp in Mariahoeve kostte zes mensen het leven en veranderde dat van tientallen anderen ingrijpend. Lyke Burger worstelt met de naweeën van het drama en kan nog steeds niet terugkeren naar haar beschadigde huis.
Het is zaterdag 7 december, kwart voor zes ’s ochtends. Terwijl Lyke Burger (78) naar het toilet gaat, hoort ze een onbestemd gerommel in haar appartementencomplex aan de Tarwekamp. Ze overweegt even om te gaan kijken, maar voelt er toch niet veel voor om in haar pyjama de kou in te gaan. Ze stapt weer in bed. Een halfuurtje later schrikt ze wakker van een gigantische knal en voelt ze het gebouw schudden. De bruidsmodezaak een paar deuren verderop is de lucht in gevlogen en een deel van het huizenblok staat in lichterlaaie.
“De vlammen uit een brandende auto achter het complex waren zeker vijf meter hoog, ze kwamen bijna tegen het raam van mijn slaapkamer aan,” vertelt Burger aan tafel bij het Wijkcentrum Mariahoeve, terwijl een medewerker een broodje kaas op tafel zet. Ze probeert 112 te bellen, maar komt er niet doorheen. Van achter haar raam ziet ze dat huizen zijn ingestort, terwijl dikke rookwolken via de kieren van de ramen haar huis binnenglippen. Iets na zevenen gaat Burger naar beneden, waar ze wordt opgevangen door een politieagent. “Ik heb al die tijd staan kijken naar die auto en bleef maar wachten op verbinding met 112. Achteraf natuurlijk hartstikke gevaarlijk.”
Buurtje
Eenmaal op straat wordt ze omhelsd door de buren die daar staan. Samen kijken ze naar de brand. “We waren eerst nog heel egoïstisch; je kijkt vooral naar je eigen huis om te zien of het er nog staat.” Snel daarna realiseren ze zich echter wat de omvang is van het drama. Sommige buren waren opgevangen aan de overkant, maar anderen zag Burger niet. “We kenden elkaar allemaal wel, maakten een praatje wanneer we elkaar tegenkwamen. Het was echt een buurtje. Al snel na de ramp werden we bezorgd: wie was er thuis, wie leeft er nog?”
Het gaat eigenlijk achteruit, het begint nu te landen wat er allemaal is gebeurd
Bij de aanslag kwamen zes mensen om het leven. Vier anderen raakten gewond. Veel woningen werden verwoest, bedrijven op de begane grond raakten beschadigd. Nu, ruim drie maanden later, kunnen de meeste bewoners hun huizen nog steeds niet in. Zij wonen elders, verspreid door de stad en daarbuiten. Burger heeft in februari een ‘lief flatje’ betrokken boven het wijkcentrum.
Ze laat een filmpje zien van hulpdiensten die uit de ravage met een grijphaak heel secuur een gevulde boekenkast de straat op tillen. Ze vertelt met een glimlach over de vleugel van een buurman die ongeschonden uit zijn huis is gered, met de machine ‘als een pluisje naar beneden is gehaald’. Burger maakt een montere indruk, maar dat is schijn. “Het gaat eigenlijk achteruit, het begint nu te landen wat er allemaal is gebeurd.” Ze hoest veel en is een tijdje ziek geweest. “En een paar tanden zitten los. Heb je stress, vroeg de tandarts. Ja!”
Waterschade
Het huis van Burger staat weliswaar nog overeind, maar het is flink toegetakeld. In muren en het dak zitten gaten en er is veel waterschade, omdat haar huis de dagen na de ramp gebruikt werd als ‘waterbarrière’ om te voorkomen dat de brand oversloeg. Een deel van haar spullen is opgeslagen in een loods in Rotterdam, maar wat er verloren is gegaan, weet Burger niet.
De spijtbetuigingen van de verdachten klonken helemaal niet oprecht
Ze heeft veel bezittingen, kan moeilijk dingen wegdoen. Maar belangrijker is dat sommige spullen haar verbinden met haar familie. In het halve jaar voor de ramp verloor ze allebei haar zussen. “Als ik nu iets uit de dozen pak, of iets zoek, denk ik: dat moet ik aan mijn zus Adela vertellen. Wij hadden een heel goede band.” Het huis van haar andere zus, Marijke, heeft ze in de maanden voorafgaand aan de ramp leeggeruimd. “Heel oude kinderboeken, waarbij mijn vader prachtig kon vertellen, vond ik daar terug. Die heb ik heel zorgvuldig in mijn woning aan de Tarwekamp gezet. Jeetje, die herinneringen van vroeger zijn nu dus weg.” Voor Burger hoort het overlijden van haar zussen ook bij de ramp. “Ik kon ze op 7 december niet meer opbellen. Ze waren er niet meer en ik had ze zo nodig.”
Straf
Afgelopen week kwamen de verdachten voor de rechter. Samen met een aantal voormalige buren was Burger aanwezig bij de zitting. “Ik volg het maar een beetje, ik heb nog geen televisie in mijn flatje. Maar bij die zittingen wil ik wel zijn, dat hoort er toch bij om alles te kunnen verwerken.”
Ze vindt het belangrijk dat de daders gestraft worden. “Maar ik geloof niet dat je deze mensen nog kunt verbeteren.” Burger vond het zwaar om bij de zitting aanwezig te zijn, laat ze na afloop weten. “De spijtbetuigingen klonken niet oprecht, zeker die van de opdrachtgever niet. En het was pijnlijk om te horen dat A. (die wordt verdacht van voorbereiding van de brandstichting, red.) zichzelf vooral ziet als slachtoffer, maar zijn slachtofferschap staat niet in verhouding tot het leed dat is veroorzaakt.”
Ik heb ontzettend veel lieve mensen ontmoet die iets goeds willen doen
Burger gaat voor naar haar woning boven het wijkcentrum, gelegen op de achtste verdieping. Een middagzonnetje straalt door het huis. De gang staat vol dozen met kleren, papieren en foto’s. In een boekenkast liggen een vioolkist en een hobo, her en der verspreid staan planten en kleine kunstwerken. “Ik ben nu aldoor bezig, van alles aan het regelen: bellen met de casemanager van de gemeente, rekeningen van mijn oude huis afhandelen. Het is een wirwar.”
Lieve mensen
In de hoek staat een nieuwe gereedschapskist, die ze cadeau kreeg van een stel dat ze na de ramp leerde kennen. Een echtpaar had nog meubelen staan in een huis in Ypenburg, waar Burger uit mocht kiezen wat ze wilde voor haar nieuwe flat. “Ze brachten die meubels met een busje hiernaartoe en zetten ze zelfs voor me in elkaar. De gereedschapskist mocht ik houden, met alles erin. Zo bijzonder. Ik heb veel ontzettend lieve mensen ontmoet die iets goeds willen doen, meer dan een bosje bloemen of een kaartje sturen.” Stichting Lichtpuntjes van Mariahoeve heeft ook veel betekend voor de slachtoffers, zegt Burger. “Zij stonden vanaf het allereerste moment voor ons klaar en doen dat nog steeds.”

Aan de Tarwekamp is een herdenkingsplek ingericht. (DHC/Storm Groenendijk)
Het is nog niet duidelijk of Burger terug kan keren naar haar huis. Maar ze weet ook nog niet of ze dat wel wil. “Ik had een fantastisch huis, met een terras op het zuidwesten. Maar de samenstelling van de buurt is dan natuurlijk veranderd en ik weet niet of het prettig wonen is als daar de komende jaren gebouwd wordt. Ik ben ook wat ouder aan het worden, misschien is het beter om ergens te wonen met een lift, en sowieso met wat groen. Ik moet het allemaal op een rijtje gaan zetten, maar dat is nu even niet eenvoudig.”